Wat heeft het gekost

Baten

Lasten

Lasten

Lasten

Lasten

Lasten

Lasten

Lasten

Vanuit het rijk en de provincie is een steunfonds ingezet om de schade die ontstaan is door Covid-19 te compenseren. Voor het onderdeel kunst ten cultuur is er vanuit de provincie een uitkering gedaan ter hoogte van € 137.000 en vanuit het rijk een specifieke bijdrage aan P3 en RTV van € 64.000. De laatste uitkering is verrekend met de betreffende instellingen bij de subsidie afrekening en is niet door ons ontvangen.

De maatregelen m.b.t. Covid-19 heeft de culturele wereld zwaar getroffen. Plaatselijke culturele activiteiten en evenementen konden door de maatregelen geen doorgang vinden. Dit veroorzaakt lagere lasten omdat de subsidie voor deze onderdelen niet uitgekeerd is. Ook is er minder aan monumentensubsidies aan particulieren uitgekeerd.

Beperkingen van bezoekers en sluiting van het theater in 2020 veroorzaakt dat de programmeringskosten van de Purmaryn in 2020 aanzienlijk lager zijn uitgevallen dan begroot. Het grootste aandeel in deze lagere uitgaven zijn de kosten voor de artiesten maar ook de uitgaven aan reprorechten, advertentiekosten en drukwerk zijn lager uitgevallen (€ 626.000). De actualisatie van het meerjarenonderhoudsplan gemeentelijke gebouwen 2020-2029 heeft als gevolg dat de dotatie aan de voorziening is verhoogd (€ 91.000). Voor de kredietaanvraag Kerkstraat 18 zijn enkele voorbereidende werkzaamheden verricht en onderzoekskosten gemaakt t.b.v. backstage ruimtes van de Purmaryn. Dit betreft onder meer asbestverwijdering (€ 31.000)

De maatregelen m.b.t. Covidd-10 hebben ervoor gezorgd dat de inkomsten uit huren lager zijn dan begroot. Grootste aandeel in deze lagere baten is de kwijtgescholden huur aan de pachter van het horeca onderdeel van de Purmaryn (€ 102.000). Beperkingen van bezoekers en sluiting van het theater in 2020 veroorzaakt dat de opbrengsten kaartverkoop van de Purmaryn in 2020 aanzienlijk lager zijn uitgevallen dan begroot (€ 684.000). Ook de subsidie van de vrienden van de Purmaryn zal dit jaar niet worden ontvangen (€ 21.000). Vanuit het Rijk en de Provincie is een steunfonds beschikbaar voor compensatie van deze schade. Voor de Purmaryn is een bedrag aangevraagd en verwerkt in de 2e turap. Dit bedrag was een prognose en is in de jaarrekening opnieuw berekend en bijgesteld tot € 389.000.

Vanwege corona is het zwembad tijdelijk dicht geweest of heeft niet op volle capaciteit kunnen draaien. Daarom is bij Turap II rekening gehouden met een nadelig effect van € 600.000 in de exploitatie van het zwembad. Bij de afrekening van Spurd is dit nadelig effect echter niet gebleken, omdat Spurd gebruik heeft gemaakt van de Rijksregeling zwembaden. Bij Turap II was deze Rijksregeling zwembaden nog niet bekend. Voor nu lijkt het nadelig effect niet plaats te vinden, maar dat is onder voorbehoud van de definitieve afrekening van deze Rijksregeling zwembaden.

Voor speelvoorzieningen is € 109.000 minder besteed dan geraamd. Voor het onderhoud is € 70.000 minder uitgegeven dan geraamd, omdat werkzaamheden met name door corona zijn uitgesteld. Daarnaast is er € 39.000 minder doorbelast aan personeelskosten dan begroot.

Er is € 269.000 minder rijksbijdrage ontvangen op de regeling specifieke uitkering stimulering sport dan begroot. Er is lager beschikt dan aangevraagd. Dit komt doordat het totaalbedrag van alle aanvragen bij het Rijk hoger is dan het voor 2020 geldende uitkeringsplafond.

De subsidie met Spurd over 2019 is afgerekend in 2020. Dit leidt tot een voordeel van € 145.000 in 2020.

Als gemeente waarborgen wij de financiële zekerheid van zorgaanbieders als gevolg van de coronacrisis. De gemeente Purmerend volgt hierin de richtlijn zoals afgesproken tussen de VNG en het Rijk. Dit is tweeledig. Enerzijds kunnen zorgaanbieders omzet zijn misgelopen door vraaguitval of door verminderde inzetbaarheid van het personeel. Anderzijds kunnen zorgaanbieders extra kosten hebben gemaakt door het volgen van de RIVM richtlijnen bij het verlenen van zorg en ondersteuning. Hierbij valt te denken aan persoonlijke beschermingsmiddelen, maar ook alternatieve locaties om de 1,5 meter te waarborgen. Op dit moment heeft de gemeente Purmerend voor een bedrag van € 170.000 aan aanvragen binnen in het kader van omzetgarantie en meerkosten corona.

In 2020 zijn de totale lasten van duurzame zorg, niet duurzame zorg, niet gecontracteerde zorg (BOK), dyslexie en contractering gecertificeerde instellingen (GI's) met € 697.000 toegenomen. Dit is ten opzichte van de bijgestelde begroting na Turap II. Hiervoor zijn twee oorzaken te noemen, de gemiddelde kosten per kind en het gemiddeld aantal kinderen in zorg. De gemiddelde kosten per kind zijn in 2020 gestegen met 4,9% ten opzichte van 2019. In 2020 is een incidentele piek van verblijfskosten in gesloten setting geweest. Dat heeft bijgedragen aan de hogere kosten in 2020. Daarnaast is het gemiddeld aantal kinderen in zorg ten opzichte van 2019 toegenomen met 9,3%. De laatste 2 kwartalen in 2020 laten hierin de grootste stijging zien. Het lijkt aannemelijk dat corona hier van invloed op is geweest.

De lasten zijn € 67.000 lager dan verwacht. Dat komt omdat per saldo € 40.000 ten laste komt van het onderwijsachterstandenbeleid. Daarnaast is de subsidie over 2019 met de GGD afgerekend in 2020. Dit levert in 2020 een voordeel op van € 27.000.

Voor de personele kosten Jeugd is de doorbelasting vanuit de loonkosten maatschappelijk domein € 170.000 lager dan geraamd. Dit komt door minder beschikbare capaciteit voor dit onderdeel. Op basis van de actuele inzet worden de apparaatskosten verdeeld, waardoor er verschillen ontstaan ten opzichte van de begroting.

De lasten voor PGB in 2020 zijn € 180.000 lager dan de bijgestelde begroting na Turap II. Er is een trend zichtbaar dat het aantal PGB's afneemt, door een verschuiving naar zorg in natura. Deze trend heeft zich in 2020 voortgezet en geresulteerd in lagere kosten. Daarnaast wordt er door PGB houders minder gedeclareerd bij het SVB dan op basis van hun toekenning had gekund.

De baten zijn € 106.000 hoger dan begroot. Dat komt door een teruggave vanuit de regionale samenwerking met Zaanstreek Waterland in het kader van het transformatiebudget Jeugd.

De kosten voor SMI (Sociaal Medische Indicatie) werden in voorgaande jaren betaald uit het OAB (Onderwijsachterstandenbeleid). Vanwege de strengere regels voor de benutting van de middelen uit het OAB, worden deze kosten nu grotendeels betaald vanuit Jeugdzorg. Hiervoor is in 2020 geen budget beschikbaar, vandaar het tekort op dit onderdeel

Sinds 1-1-2020 is er een nieuw contract voor leerlingenvervoer. Binnen dit contract betalen we voor de werkelijk gemaakte ritten en beladen reistijd. De bedragen die in rekening worden gebracht zijn hoger dan begroot. Ondanks de tijdelijke sluiting van scholen in verband met Corona, zijn de geregistreerde beladen reistijden langer en zijn er meer ritten gereden dan in de oude overeenkomst. In de gesprekken met de vervoerder is tot nu toe onvoldoende inzicht in de onderliggende data verkregen. De gesprekken met de vervoerder worden samen gedaan met gemeente Waterland en Landsmeer. De gemelde overschrijding is een aanname voor het extra nadeel.

Door de sluiting en beperkte opening van de scholen (Covid-19) is het aanbod in de ondersteuning in het onderwijs zoals bijvoorbeeld taalonderwijs, spraaktechniek, psychologische hulpverlening en jeugdhulp die voor een deel worden bekostigd worden uit het onderwijs achterstanden beleid beperkt. Een aantal projecten is om dezelfde reden niet gestart in 2020.
In de komende jaren kunnen extra kosten ten laste van gereserveerde OAB middelen gebracht worden. Dit in verband met de toegestane kostenegalisatie over de jaren heen.

Het budget OAB hoeft niet jaarlijks uitgenut te worden, niet ingezette middelen worden doorgeschoven naar jaar/jaren erna. Dit veroorzaakt lagere baten.

De sloop van de openbare basisschool Wheermolen is in 2020 uitgesteld en niet uitgevoerd, waardoor het budget in 2020 niet is besteed. De verwachting is dat de sloop in 2021 zal plaatsvinden. In de tussenrapportage wordt u hierover geïnformeerd.

In Turap II is de begroting met € 1,2 miljoen naar boven bijgesteld. Ondanks deze bijstelling zijn de lasten € 553.000 hoger dan begroot bij Turap II. Sinds 2018 is de vraag naar individuele begeleiding gestegen met 36%. Het betreft enerzijds de individuele begeleiding aan bewoners met een beschermd wonen indicatie die op de wachtlijst staan omdat er geen geschikte opvangplek beschikbaar is. Anderzijds stijgt ook de vraag naar reguliere individuele begeleiding voor mensen die zelfstandig thuiswonen.

In Turap II is de begroting met € 475.000 naar beneden bijgegesteld omdat er een daling in de uitgaven zichtbaar was. In de eerste helft van 2020 waren er circa 40-45 aanvragen gemiddeld per maand. In de tweede helft van 2020 loopt liep het aantal aanvragen op naar 55-60 gemiddeld per maand. De stijging in het aantal aanvragen en daarmee de stijging in het aantal indicaties verklaart grotendeels het tekort dat nu is ontstaan van € 527.000 ten opzicht van Turap II.

In de Turap II zijn de baten met € 180.000 naar beneden bijgesteld. Het Rijk heeft in het voorjaar 2020 bepaald dat er over de maanden april en mei geen WMO bijdrage betaald hoeft te worden. Vanwege de RIVM richtlijnen rondom corona kon niet alle zorg door zorgaanbieders geleverd worden. Uiteindelijk heeft de gemeente Purmerend slechts € 46.000 minder aan baten ontvangen ten opzichte van de primitieve begroting. Daarom zijn de baten € 134.000 hoger dan begroot.

Bij hulp bij huishouden is de begroting in Turap II met circa € 1 miljoen bijgesteld door toename in vraag. De toename in vraag kan enerzijds worden toegeschreven aan de vergrijzing en extramuralisering en anderzijds aan het abonnementstarief. De lasten voor hulp bij huishouden in 2020 zijn slechts € 41.000 lager dan de bijgestelde begroting.

De lasten Maatschappelijke opvang zijn € 449.000 lager dan begroot. Dit heeft te maken met een tekort aan plekken waardoor er minder kosten worden gemaakt. Als gevolg hiervan wordt meer ambulante begeleiding afgenomen door mensen die op de wachtlijst staan. Daarnaast zijn de lasten van het ouderenbeleid € 68.000 lager dan begroot. De onderbesteding betreft voornamelijk de onderdelen mantelzorgondersteuning en Opplusregeling seniorenwooncomplexen. De indruk is dat de onderbesteding hier met name door corona wordt veroorzaakt.

Voor de personele kosten Maatschappelijke opvang is de doorbelasting vanuit de loonkosten maatschappelijk domein € 251.000 lager dan geraamd. Dit komt door minder beschikbare capaciteit voor dit onderdeel.

De lasten voor PGB in 2020 zijn € 93.000 lager dan de bijgestelde begroting na Turap II. Er is een trend zichtbaar dat het aantal PGB’s afneemt, door een verschuiving naar zorg in natura. Deze trend heeft zich in 2020 voortgezet en geresulteerd in lagere kosten. Daarnaast wordt er door PGB houders minder gedeclareerd bij het SVB dan op basis van hun toekenning had gekund.

De lasten zijn € 52.000 lager dan begroot. Er is vraag naar kortdurend verblijf binnen de WMO. Hiervoor is ook zorg ingekocht. In de praktijk blijkt echter dat het verblijf wordt ingevuld door de Wet Langdurige Zorg (WLZ) en de zorgverzekeringswet, waardoor het niet beschikbaar is voor de WMO kortdurend verblijf.

Bij vervoersvoorzieningen zijn de lasten € 135.000 minder dan begroot. Door corona is er minder gebruik gemaakt van vervoersvoorzieningen in 2020, waardoor de lasten lager zijn dan begroot. Bij voorzieningen wonen, rolstoelen en vervoer (WVR) is de begroting in Turap 2 met € 400.000 bijgesteld, vanwege de contractering van een nieuwe leverancier voor hulpmiddelen. Bij deze leverancier zijn de tarieven voor het aanschaffen van nieuwe hulpmiddelen lager en het onderhoudstarief voor hulpmiddelen hoger in vergelijking met de vorige leverancier. De lasten voor WVR in 2020 zijn slechts € 40.000 lager dan de bijgestelde begroting.

Bij armoedebeleid is er sprake van een onderschrijding van afgerond € 422.000. Dit wordt veroorzaakt door lagere kosten bijzondere bijstand (€ 158.000), lagere kosten minimabeleid € 99.000) en lagere kosten armoedebeleid (€ 89.000). Er waren door Corona minder aanvragen jeugd Sport en Cultuurfonds, zwemlesvergoeding en tegemoetkoming Eigen Risico. Ook zijn er circa € 75.000 lagere kosten voor budgetbeheer en schuldregeling.

Op het onderdeel inkomensvoorziening lichten we de lasten en de baten tezamen toe. Ten opzichte van de begroting is er een overschrijding van € 384.000 Dit wordt vooral veroorzaakt door een beperkt effect van uitkeringen en vergoedingen vanuit de gebundelde uitkering van circa € 62.000 en een nadeel van € 322.000 die ontstaat door de aansluiting van de BBZ regeling op de Haltewerk administratie waardoor er nog een nadeel voor niet invorderbaarheid moest worden opgenomen . De afwijking op de baten en lasten qua volume komt door de hogere uitgaven en inkomsten in het kader van de TOZO en de BBZ voor € 5.862.000. Beide regelingen worden uitgevoerd door Haltewerk en worden volledig vergoed door het Rijk, reden waarom er geen saldo is. Bij de tweede tussenrapportage waren deze corona effecten nog niet goed in te schatten.

Participatie

Sociale werkvoorzieining

Totaal

WMO (toegelicht in raadsbrief 1541448)