MENU
PDF Opties

1. Algemene dekkingsmiddelen

Algemeen

De algemene middelen van de gemeente dekken de kosten van de programma's. Dit betreft middelen waar geen voorafgaand specifiek bestedingsdoel aan ten grondslag ligt. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de belangrijkste vrij besteedbare inkomstenbron voor de gemeente. Het Rijk bepaalt de hoogte van deze algemene uitkering. De gemeente kan ook zelf inkomsten genereren door het heffen van belastingen, waarvan de onroerendezaakbelasting de belangrijkste is. De opbrengst van belastingen kent, in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht en afvalstoffenheffing, geen vooraf bepaald bestedingsdoel en behoort tot de algemene dekkingsmiddelen. Overige vrij besteedbare middelen zijn de dividenden van deelnemingen en het renteresultaat verbonden aan de financieringsfunctie.

Tot de algemene dekkingsmiddelen behoren de baten en lasten van:

  • lokale belastingen en heffingen;
  • de algemene uitkering uit het gemeentefonds;
  • het gemeentelijk financieringsbeleid, het saldo van de externe vaste geldleningen en de intern toegerekende rente aan activa en grondexploitaties;
  • de baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen;
  • incidentele baten en lasten over voorgaande jaren;
  • algemene baten en lasten waaronder onvoorziene inkomsten en nog te bestemmen middelen (stelposten).

Gemeentefonds

De uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de decembercirculaire 2020.

De uitgavenontwikkelingen binnen de verschillende ministeries hebben direct gevolgen voor de groei en/of krimp (het accres) van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Najaar 2019 was het voorlopig accres voor 2020 vastgesteld op een (nominale) groei van 4,65%. Deze groei is in de loop van 2020 gedaald naar 4,62% (een daling van 0,03%). Tevens heeft de VNG met het kabinet afgesproken de accressen te bevriezen voor de jaren 2020 en 2021. Dat geeft in corona tijd rust en stabiliteit, zowel voor de gemeenten als de Rijksoverheid. Naar analogie van het accres is tevens het BCF plafond bevroren in die jaren.

In 2020 zijn drie circulaires verschenen (mei, september en december) over het financieel perspectief voor gemeenten. De belangrijkste ontwikkelingen uit deze circulaires stonden in het teken van:

  • de financiële vertaling van de compensatiepakketten corona;
  • uitstel van het nieuwe verdeelstelsel ('herijking'). De invoerdatum is opgeschoven naar 01-01-2023 en wordt aan een nieuw kabinet overgelaten;
  • onderzoek naar kosten jeugdzorg. Dit onderzoek is door het bureau in december afgerond. Het onderzoek laat zien dat gemeenten in 2019 zo’n € 1,7 miljard meer uitgeven aan jeugdzorg dan dat ze aan middelen ontvangen. Dit is voor gemeenten een bevestiging van de toenemende financiële problemen die ze in de afgelopen jaren ondervonden. Daarnaast laat het onderzoek zien dat het enorme verschil tussen inkomsten en uitgaven niet houdbaar is. Dit laat de noodzaak van een structurele oplossing zien. De resultaten worden meegenomen bij de komende kabinetsformatie;
  • extra middelen voor de in- en uitvoeringskosten nieuwe wet Inburgering;
  • de (voorlopige) uitname Wet Langdurige Zorg (Wlz) van € 465 miljoen uit de integratie uitkering beschermd wonen. Mensen met een psychische stoornis krijgen toegang tot de Wlz. Dit bedrag wordt vanuit de Wmo overgeheveld naar de Wlz. Verder heeft er vanaf 2020 een overheveling plaatsgevonden van middelen uit het gemeentefonds naar de Wlz voor bewoners van Wlz-instellingen met en zonder behandeling inzake (nieuwe) mobiliteitshulpmiddelen en roerende woonvoorzieningen;
  • evaluatie normeringsystematiek. De voorstellen in het rapport zijn erop gericht om met name de stabiliteit van de normeringssystematiek van het gemeentefonds en de hieruit voortkomende accresontwikkeling te verbeteren. Dit rapport is in het najaar naar de 1e/2e kamer verstuurd. Deze politiek-bestuurlijke keuze wordt in de volgende kabinetsperiode besloten;
  • rapport uitbreiding lokaal belastingebied. Er moet een betere balans komen tussen verantwoordelijkheden die gemeenten hebben en de ruimte die ze hebben om eigen inkomsten te genereren. Als een verruiming wordt doorgevoerd, dan stijgen de gemeentelijke belastinginkomsten. Tegelijk daalt de uitkering uit het gemeentefonds. Ook hier geldt besluitvorming is aan een volgend kabinet.

Stadsverwarming

De aandelen in Stadsverwarming Purmerend (SVP) zijn voor 100% in handen van gemeente Purmerend. Sinds 2012 is de deelneming gewaardeerd op € 38,27 miljoen (oorspronkelijk € 42,6 miljoen).

In 2020 zien we onder andere de volgende ontwikkelingen:

  • eerste jaar met een tarief onder het -tarief en met een pilot variabel tarief;
  • vaststellen business case 2e biowarmtecentrale en uitstel investering in verband met rechtszaak Raad van State;
  • vaststellen leningplafond van € 65 miljoen voor periode 2020-2024 voor het aantrekken van nieuwe leningen;
  • ontwikkeling naar een date en content gedreven organisatie;
  • opnieuw positief resultaat maar wel onder druk door lage gasprijzen.

Ontwikkeling resultaat 2020:

In 2020 heeft de Stadsverwarming een resultaat na belastingen behaald van € 6,676 miljoen positief (2019: € 5,7 miljoen positief, inclusief een actieve belastinglatentie van € 0,55 miljoen). Dit bestaat uit een resultaat uit normale bedrijfsvoering van € 3,4 miljoen. Dit is € 1,1 miljoen beter dan de prognose uit november 2020. Dit komt door een wat hogere afzet aan het einde van het jaar (het beeld is dat dit komt door de lockdown) en diverse kleinere onderschrijdingen op kosten. Op de balans staat een na te betalen bedrag over 2015 aan van € 3,3 miljoen. Deze valt vrij. Tezamen vormt dit het resultaat. Conform afspraak met de Stadsverwarming zal na vaststelling van de jaarrekening 2020 van de winst over 2020 € 700.000, onder inhouding van de verschuldigde dividendbelasting, aan dividend worden uitgekeerd. Het overige deel van de winst na belasting, € 5,976 miljoen zal worden toegevoegd aan het eigen vermogen van de Stadsverwarming. Het groepsvermogen stijgt hierdoor onverdeeld naar € 24,9 miljoen (2019: € 18,9 miljoen)

Met de aandeelhouder is tevens afgesproken dat van de verwachte winsten in 2020 en 2021 maximaal jaarlijks € 700.000 aan dividend zal worden uitgekeerd. Het meerdere zal worden toegevoegd aan het eigen vermogen van Stadsverwarming om de solvabiliteit verder te verbeteren en een verlaging van de tarieven door te voeren.

PGR11

Realisatie 2019

Begroting 2020 primitief

Begroting 2020 bijgesteld

Realisatie 2020

Afwijking

Lasten

727

-1.074

732

951

219

Baten

152.350

154.284

161.270

161.718

448

Saldo

153.077

153.211

162.002

162.669

667

Financiële toelichting

De algemene dekkingsmiddelen laten per saldo een voordelige afwijking zien van € 667.000. Dit komt door € 219.000 lagere lasten en € 448.000 hogere baten. De afwijkingen worden hierna per onderdeel toegelicht .

Realisatie 2019

Begroting 2020 primitief

Begroting 2020 bijgesteld

Realisatie 2020

Afwijking

1 Lokale heffingen

Lasten

-75

-43

-43

-43

-

Baten

13.783

14.600

14.368

14.313

-55

13.708

14.558

14.326

14.271

-55

2 Nog te bestemmen middelen

Lasten

-

-1.919

-

-

-

Baten

-

-

-

-

-

-

-1.919

-

-

-

3 Gemeentefonds

Lasten

-25

-

-13

-13

-

Baten

136.045

136.953

143.951

144.539

587

136.020

136.953

143.939

144.526

587

4 Eigen financieringsmiddelen

Lasten

1.932

1.891

1.791

2.092

302

Baten

995

577

849

819

-30

2.927

2.468

2.640

2.911

272

5 Deelnemingen

Lasten

-1.086

-1.003

-1.003

-993

10

Baten

1.527

2.154

2.101

2.110

9

441

1.151

1.097

1.117

19

6 Incidentele baten en lasten

Lasten

-19

-

-

-93

-93

Baten

-

-

-

-64

-64

-19

-

-

-156

-156

Toelichting per product

1. Lokale heffingen

De baten zijn € 55.000 lager dan begroot. Als gevolg van corona heeft het college gedurende 2020 verschillende stimuleringsmaatregelen genomen om de crisis draaglijker te maken. De lagere baten die hier worden gepresenteerd zijn inclusief de effecten van corona. In 2020 zijn de budgetten verminderd voor de onderdelen precariorechten (€ 150.000), reclamebelasting (€ 32.000) en toeristenbelasting (€ 50.000). Voor deze effecten wordt verwezen naar de corona bijlage.

3. Gemeentefonds

De uitkering uit het gemeentefonds is in 2019 verantwoord voor € 144,5 miljoen. Dit is incidenteel bijna € 0,6 miljoen meer baten dan begroot.

Uitkeringsjaar

Bijgestelde

Begroting

Realisatie

Afwijking

2018

-

18.250

18.250

2019

-

88.879

88.879

2020

143.951.365

144.431.688

480.322

Totaal gemeentefonds

143.951.265

144.538.817

587.452

Uitkeringsjaar 2020

Het resultaat van de algemene uitkering 2020 is op basis van de laatste specificatie Binnenlandse Zaken () € 144.431.688. Dit is € 480.322 hoger dan geraamd in de tweede tussenrapportage 2020. De hogere uitkering is veroorzaakt door een voordeel van € 361.445 uitdeling 3e tranche corona compensatie, een nadeel van € 139.496 voor uitname van diverse landelijke bijdragen (o.a. MijnOverheid en Digid, GDI, BRP en GBA) en een voordeel van € 258.373 op integratie/decentralisatie uitkeringen en de uitkeringsfactor (+2 punten) door bijstellingen in de maatstaven.

Nabetalingen over vorige jaren (2018 en 2019)

  • De nabetaling over 2018 is € 18.250 hoger dan begroot door de vaststelling van de inkomstenmaatstaf en een (hogere) vaststelling van de uitkeringsfactor.
  • De hogere nabetaling van bijna € 88.879 over 2019 betreft nadere vaststellingen van de maatstaven woonruimten, medicijngebruik, loonkostensubsidie en studenten.

Alle afwijkingen zijn incidenteel van aard.

Compensatie gevolgen coronacrisis 

Het kabinet heeft na de 2e Tussenrapportage 2020 een derde tranche van ruim € 1,1 miljard voor compensatie van de gevolgen van de coronacrisis beschikbaar gesteld. Deze compensatie is voor 2020 en deels 2021. Hieronder is de financiële vertaling en verdeling van de Rijkscompensatie 2020 voor Purmerend uiteengezet.

Onderwerp/uitdeling via

Circulaire

Periode

2020

Coronaproof verkiezingen (via DU)

September

2020

€ 115.603

Subtotaal 01 Publiekdiensten

€ 115.603

Lokale culturele instellingen (via AU)

September

Maart - december

€ 548.560

Inhaal/uitstel zorg jeugdzorg (via AU)

September

Maart - december

€ 182.102

Inhaal/uitstel zorg Wmo 2015 (via AU)

September

Maart - december

€ 62.577

Continuïteit van zorg (via AU en IU)

December

Maart - december

€ 128.771

Meerkosten jeugdwet en wmo (via DU)

September

Maart - december

€ 393.895

Eigen bijdrage Wmo (via DU)

September

April en mei

€ 119.128

Voorschoolse voorziening peuters (via DU)

September

Tem 8 juni

€ 32.664

SW-bedrijven (via IU)

September

Maart - december

€ 497.807

Noodopvang ouders cruciaal beroep (via DU)

September

Maart - juni

€ 93.768

Buurt- en dorpshuizen (via AU)

September

Maart - december

€ 81.882

Vrijwillgersorganisaties Jeugd (via AU)

September

Maart - december

€ 32.034

Re-integratie van bijstandsgerechtigden (via AU)

December

Maart - december

€ 122.677

Gemeentelijk schuldenbeleid en bijzondere bijstand (via AU)

December

Maart - december

€ 90.628

Qurantaine ondersteuning (via AU)

December

Maart - december

€ 19.369

Subtotaal 02 Samenleving

€ 2.405.861

Parkeerbelasting (via DU)

September

Periode tot 1 juni

€ 436.000

Subtotaal 05 Bereikbaarheid

€ 436.000

Toezicht en handhaving (via AU)

September

Maart - december

€ 215.059

Subtotaal 08 Veiligheid

€ 215.059

Toeristenbelasting (via DU)

September

Periode tot 1 juni

€ 12.000

Precariobelastingen markt- en evenementenleges (via DU)

September

Periode tot 1 juni

€ 72.439

Opschalingskorting (via AU)

September

2020

€ 321.195

Subtotaal algemene dekkingsmiddelen

€ 405.634

Totaal aan compensatie vanuit gemeentefonds voor 2020

€ 3.578.157

Uit bovenstaande tabel blijkt dat in de decembercirculaire 2020 extra compensatie is verstrekt van € 361.445 ten opzichte van de 2e Tussenrapportage (stand t/m 2e tranche € 3.216.711). Hierbij volgen we de algemene lijn: corona maatregelen dekken uit algemene reserve en bij compensatie weer terug laten vloeien.

Voor een aantal compensatiemaatregelen is de exacte verdeling en daarmee het bedrag per gemeente nog niet bekend c.q. opgenomen, omdat bijvoorbeeld voor het bepalen van de definitieve compensatie van de inkomstenderving over 2020 de afspraak geldt dat dit in 2021 gebeurt op basis van de vastgestelde jaarrekeningcijfers 2020. Het gaat om de volgende compensatiemaatregelen:

  • compensatie inkomstenderving na 1 juni
  • extra beschikbaar voor Inkomstenderving
  • afvalinzameling
  • zwembaden en ijsbanen
  • verlenging steun sportverenigingen (1 okt t/m 31 dec)

De financiële compensatie voor bovengenoemde maatregelen voor 2020 uit het nieuwe aanvullende pakket zal worden verwerkt in 2021, nadat het ministerie BZK de bedragen per gemeente heeft bepaald en beschikt. Inmiddels is er uit de 3e tranche voor 2021 al voor € 1,4 miljoen aan corona 2021 bevoorschot voor de onderdelen cultuurmiddelen, verkiezingen, re-integratie bijstandsgerechtigenden, gemeentelijk schuldenbeleid en bijzondere bijstand.

4. Eigen financieringsmiddelen

Het renteresultaat geeft een batig saldo van € 272.000. Dit structurele rentevoordeel wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • leningen die tegen een lager rentepercentage zijn aangetrokken;
  • het tijdspad waarover wordt gerekend: in de raming is gerekend vanaf juni, terwijl de lening is aangetrokken in december. Dit geeft een voordeel op de transitorische rente;
  • een lagere herfinanciering van € 18 miljoen t.o.v. de bijgestelde begroting 2020 (verwachting € 68 miljoen, aangetrokken € 40 miljoen).

Het structurele rentevoordeel zal worden verwerkt in de Kaderbrief 2022.

5. Deelnemingen

De dividenduitkering BNG over 2019 is volledig verantwoord in 2020. De betaling heeft nog niet plaatsgevonden omdat banken dividenden onder strikte voorwaarden uitkeren. Na aanleiding daarvan heeft de BNG besloten de ruimte die de Europese Centrale Bank (ECB) biedt een beperkt deel in maart 2021 uit te keren (en het restant later). Voor het jaar 2020 zal de BNG het dividend niet voor eind september 2021 uitkeren. Daarnaast is de BNG onderworpen aan eventuele toekomstige aanbevelingen van de ECB.

6. Incidentele baten en lasten

Het saldo van incidentele baten en lasten geeft per saldo een nadeel van € 156.000. Dit nadeel wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • een extra dotatie oninbaarheid van € 91.000 om de toereikendheid van de voorziening dubieuze debiteuren op het gewenste niveau te brengen;
  • het geschil met de belastingdienst en de houdstermaatschappij Energiebedrijf Zaanstreek Waterland () in liquidatie is beëindigd. De verwachting was dat Purmerend een bedrag van € 172.277 aan dvidend zou ontvangen. De ontvangst blijkt nu lager te zijn (€ 108.760) en is direct het gevolg van het sluiten van een compromis met de belastingdienst (door toepassing verlies-compensatie, geen beroep op de vrijstelling en de belastingrente). Het ontstane nadeel van afgerond € 64.000 is nu als incidentele last verwerkt. De gehele afwikkeling van de vennootschap in liquidatie zal plaatsvinden in 2021 en onderdeel uitmaken van de tussenrapportage.

Reserves

Er zijn binnen het overzicht algemene dekkingsmiddelen geen reserves.

Structurele effecten

Onderwerp (-/- is lagere baten / lasten x € 1.000)

Lasten

Baten

Hoger rentevoordeel op aangetrokken langlopende leningen

-

320

Incidentele baten en lasten

Onderwerp (-/- is lagere baten/lasten x € 1.000)

Lasten

Baten

Afwikkelingsverschil dividenduitkering EZW

64

-

Coronacompensatie Rijk

-

361

Totaal

64

361